Skip to main content

04-10-2019 | Kinderopvang toeslag en Co-ouderschap

Wij merken dat er in de praktijk nog vaak enige onduidelijkheid is bij ouders die gaan scheiden omtrent het toepassen van de Kinderopvang toeslag.

Ter verduidelijking:

In veel gezinnen zijn zorg- en werkafspraken na een scheiding afhankelijk van de kinderopvangmogelijkheden én de kosten die hiermee samenhangen. Het gaat hierbij vaak om hoge bedragen.

In geval van co-ouderschap kunnen beide ouders kinderopvangtoeslag aanvragen. Ieder kan dit voor zijn eigen deel van de kosten aanvragen. Daarbij gaat de Belastingdienst ervan uit dat de ouders hun eigen aandeel in de kosten contractueel regelen met de kinderopvanginstelling. Indien er (nog) een gezamenlijk contract is, dan bepaalt de betaling van de kosten het deel waarvoor ouders de toeslag kunnen aanvragen. Dat deel is afhankelijk van de (afgesproken) zorgverdeling of van de met de kinderopvanginstelling afgesproken verdeling van de kosten. Indien een van de ouders alle kosten betaalt aan de kinderopvanginstelling, dan is het van groot belang dat de betaling van het deel van de andere ouder goed zichtbaar en giraal wordt terugbetaald aan de ouder die de factuur betaalt. Als co-ouders kunnen ouders samen kinderopvangtoeslag krijgen voor maximaal 230 uur per kind per maand. Indien een co-ouder kinderopvangtoeslag wil aanvragen voor het kind dat niet bij hem of haar ingeschreven staat maar bij de andere ouder, kan deze hiervoor een brief sturen naar de Belastingdienst.

Indien één van beide co-ouders een lager inkomen heeft dan de ander, kan het financieel gunstig zijn om de ouder met het laagste inkomen de kinderopvangtoeslag te laten aanvragen. Deze ouder dient het contract te sluiten met de kinderopvanginstelling en is dan verantwoordelijk voor de volledige kosten van de kinderopvang. Bij de bepaling van de onderhoudsvoorziening voor de kinderen wordt er vervolgens rekening mee gehouden dat deze ouder de volledige kosten van de kinderopvang draagt.