19-07-2018 | Partneralimentatie uitruilen
Oppassen bij vaststellen partneralimentatie en ongelijke verdeling gemeenschappelijk bezittingen.
De man en vrouw spraken met elkaar af dat hij haar na de scheiding maandelijks 1.915 euro aan alimentatie zou betalen. Als hun gezamenlijke huis zou worden verkocht, zou zij de hele overwaarde op het huis krijgen (uiteindelijk 60.090 euro), maar, en nu komt het; dan zou de alimentatiebijdrage van de man zakken naar 600 euro per maand.
Zo gezegd, zo gedaan in 2010. Een aantal jaren later ontving de vrouw een navordering van de Belastingdienst over extra inkomsten uit werk en woning voor het jaar 2010. Door de hele overwaarde te incasseren was er voor de vrouw sprake van overbedeling (waarbij een van de partners een groter deel krijgt dan de ander – in dit geval een overbedeling van 30.045 euro). Met die overbedeling is de alimentatieplicht voor de man afgekocht, en de afkoop van alimentatie is belastbaar, redeneert de fiscus.
De vrouw was het niet eens met de vordering en stapte naar de rechter. Volgens haar was de verlaging van de alimentatie het gevolg van een slechte financiële situatie van haar ex – hij was eerder in 2010 oneervol ontslagen wegens verduistering van geld en goederen. En dat haar ex afstand had gedaan van zijn deel van de overwaarde moest gezien worden als compensatie voor haar leed. Bij zowel de rechtbank als het hof ving ze bot. Volgens de rechters stond op basis van de scheidingsafspraken onomstotelijk vast dat de verlaging van de alimentatieplicht afhankelijk was van de verkoop van het huis. En dus is er een direct verband tussen overbedeling en de verlaging. Uit de scheidingsdocumenten komt ook geen andere reden naar voren.
Het cassatieberoep van de vrouw bij de Hoge Raad (www.rechtspraak.nl ECLI:NL:HR:2018:868) bleek eveneens vruchteloos: de navordering van de fiscus blijft staan.
Opmerking van De Mediator: Dit had allemaal voorkomen kunnen worden indien het echtscheidingsconvenant beter was vormgegeven. Laat u dus goed door ons informeren.