22-02-2018 | Benadeling van de gemeenschap door goederen te verspillen of schulden te maken.
In de praktijk komt het nog al eens voor dat één van de echtgenoten in het zicht van een echtscheiding overgaat tot het verkopen van gemeenschappelijke bezittingen of schulden maakt. Regelmatig blijkt dat de opbrengst een stuk lager ligt dan hetgeen men redelijker wijze had mogen verwachten. De vraag rijst dan; is er verkocht voor een te laag bedrag, of is er meer ontvangen dat niet zichtbaar is?
Artikel 1:164 BW
De wetgever heeft aan deze situatie gedacht. In de wet is een bepaling opgenomen, waarin staat dat, als de huwelijksgoederengemeenschap door één van de echtgenoten is benadeeld, deze echtgenoot de schade die daardoor is veroorzaakt, moet vergoeden. Het moet dan gaan om ofwel het ‘lichtvaardig maken van schulden’ ofwel het ‘verspillen van goederen van de gemeenschap’, waaronder dus ook spaargeld valt. De benadeling moet volgens het wetsartikel zijn gepleegd rondom de echtscheiding, oftewel na aanvang van de echtscheidingsprocedure of in de periode van zes maanden voordat de echtscheidingsprocedure begon. Een benadeling van langer dan zes maanden voor de echtscheidingsprocedure, telt dus niet mee. Maar het lichtvaardig maken van schulden of het verspillen van goederen van de gemeenschap in het licht van de echtscheiding, kan dus niet ongestraft gebeuren.
Mocht u hierover meer willen weten, neemt u dan contact op met één van onze Mediators.